Sommige mensen zijn van nature heel intuïtief, voelen situaties goed in, kunnen de mogelijkheden van een aantal keuzes die hen voorgeschoteld worden, correct inschatten of slagen erin om uit een aantal mogelijke levenspaden precies die te kiezen die hen het grootste comfort of rendement voor hun inspanning opleveren. De meeste mensen hebben dit zelf ook wel al eens meegemaakt, n.l. dat ze in een bepaalde situatie plots bij middel van voorgevoel of gevoelsmatig inschatten deze situatie verrassend sterk hebben doorzien of aangevoeld. Dit gebeurt meestal spontaan en wordt dan aan toeval toegeschreven.
Eerder zeldzaam zie je mensen op een dagdagelijkse wijze hun intuïtief vermogen aanspreken om hun eigen levenskeuzes te bepalen of de problemen waar anderen hen voor raadplegen te verhelderen. Afhankelijk van de ervaring en de nauwkeurigheid waar deze mensen mee tewerk gaan, zijn de resultaten van hun intuïtieve inschatting vaak verrassend goed. Hoe werkt dit mechanisme? Is dit talent of studie? Is dit een bijzondere gave of een buitengewoon goed getrainde toepassing van een normaal menselijk vermogen?
Vanuit onze ervaringen met het nauwgezet trainen van mensen in hun intuïtieve vermogen doorheen de cursus ‘Intuïtieve Ontwikkeling’ en de beroepsopleiding ‘Psycho-energetica’, hebben we mogen ervaren dat de meerderheid van de mensen die deze opleiding doorliepen na verloop van tijd een sterk toegenomen ‘intuïtie’ ontwikkelden.
Wat verstaan we onder intuïtie?
Alhoewel de literatuur op deze vraag veel verschillende antwoorden formuleert, kunnen we stellen dat men heel vaak het vermogen om méér bruikbare informatie te verkrijgen in situaties waar de rationele informatieoverdracht erg beperkt is, als intuïtie wordt benoemd. Het probleem is dat deze definitie te beperkt is voor het criterium dat wij in de vzw Timotheus rond intuïtie hanteren. In dergelijke definities ligt het accent te sterk op het bekomen van extra informatie, op het ‘weten’. En aangezien dit intuïtieve gebeuren dan geobserveerd wordt in situaties waar weinig rationele informatie beschikbaar is, waar een gemiddelde waarnemer het dus ‘niet weet’, definieert men ook meteen de quasi onverklaarbaarheid van het fenomeen. ‘Hoe kun je dat nu weten?’ is een vraag die zeer vaak gesteld wordt door mensen die geconfronteerd worden met het ‘weten’ van iemand die een goede intuïtie heeft. Deze confrontatie met het verrassende gebeuren dat iemand feiten of aspecten kan vertellen over een situatie, een persoon of een gebeurtenis, die hij vanuit rationele bestudering niet kan weten, schept zoveel verwondering dat verdenkingen over voorkennis vaak geopperd worden.
Vandaar dat wij in de vzw Timotheus intuïtie omschrijven als een specifieke vorm van waarnemen, een verhoogde vorm van gewaar zijn van wat er rondom jou gebeurt. Waarbij niet alleen jouw analytische verstand je oordeel bepaalt, maar je integendeel al je zintuiglijke mogelijkheden tegelijk aanspreekt en je verbanden ervaart. Dit wil zeggen dat bij een intuïtieve waarneming mensen zowel uitwendig waarnemen: horen, zien, ruiken, proeven en voelen. Maar tegelijk ook hun inwendige waarnemingen au sérieus nemen en dus inwendig horen, zien, ruiken en proeven aan hun gewaarwordingen toevoegen. Dit gecombineerd met een neutraal invoelen en aanvoelen, zonder oordeelsvorming, levert een zeer hoge kwaliteit van informatieverzameling over een situatie op.
In testsituaties merken we daarenboven dat het aspect ‘aanleg’ een quasi te verwaarlozen aspect uitmaakt van intuïtie. Het aspect oefening, nauwkeurigheidszin, bevattingsvermogen en ervaring speelt daarentegen juist een veel grotere rol. In het begin van een opleiding is er een groot verschil tussen de verschillende deelnemers waarneembaar, alsof niet iedereen vanuit een gelijke basisconditie vertrekt. Doorheen de opleiding zie je deze verschillen echter langzaam verdwijnen, tot na verloop van tijd vooral diegenen die goed oefenen de sterkste resultaten boeken.
Welke vormen van intuïtie kennen we zoal?
In de literatuur beschrijft men als de meest voorkomende vorm van intuïtie ‘het vermogen om naast het gebruik van ratio en gewoon zintuiglijk waarnemen, ook op een correcte manier gevoelsmatige informatie tot een bruikbaar weten te brengen’. Als voorbeeld kan men hier de situatie nemen waarbij iemand op een aanlokkelijk commercieel voorstel, waar objectief gezien alle voorwaarden voldaan zijn om tot een akkoord te komen, toch niet ingaat omdat het ‘niet goed voelt’. Een hele tijd nadien blijkt dan bij voorbeeld dat uit een totaal onverwachte hoek een fundamentele zwakte van dit voorstel aan de oppervlakte komt. Iets waarvan de andere partij zich ook niet bewust was.
Een tweede vorm van intuïtie die vaak beschreven wordt, is het gegeven dat in hogergenoemde situatie deze persoon ook nog innerlijke visuele waarnemingen heeft, die informatie brengt over de aard van de actuele of toekomstige zwakte in het voorstel. Deze visuele weg van informatie verzamelen heeft ertoe geleid dat men vaak de Angelsaksische naam ‘readen’ gebruikt als het over actieve intuïtie gaat. Door diegenen die hun intuïtieve informatie zowel gevoelsmatig als visueel vertalen wordt ook de term de ‘gevoelskijk’ gebruikt.
Zeldzamer zijn zij die hun intuïtieve informatie auditief vertalen. In hogergenoemd voorbeeld zou zo iemand een innerlijk klinkende waarschuwende stem horen om dit aanlokkelijke voorstel niet aan te nemen. Aangezien wij maatschappelijk weinig op hebben met mensen die ‘innerlijke stemmen’ horen, wordt dit fenomeen eerder zeldzaam beschreven. Stemmen horen is namelijk vaak een zéér ernstig ziektesymptoom.
Welke verklaringen doen er de ronde?
Meestal zien we in de literatuur een opsplitsing in de verklaring van het fenomeen intuïtie. De enen beschrijven intuïtie als een gave, iets wat je hebt, en het gevolg van een bovennatuurlijke inmenging in je leven. Het doel van de ‘intuïtieve gave’ is dan het verwerven van extra informatie, nuttig voor de ontplooiing van het leven. Hoe zeldzamer de manier is waarop de informatie waargenomen wordt, hoe exotischer de uitleg die eraan gegeven wordt. In deze context spreekt men dan vaak over ‘helderziendheid’, ‘helderhorendheid’, woorden die eerder het exclusieve karakter van het talent moeten onderstrepen, veeleer dan het werkingsmechanisme uit te leggen.
Een andere, meer gegronde tendens in de literatuur beschrijft intuïtie als een nauwkeurige vorm van zintuiglijk waarnemen, gepaard aan een goed vermogen tot besluitvorming. Zo spreekt men over het grote informatiegehalte van de ‘non-verbale communicatie’. De volledige neurolinguïstiek is hierop gebaseerd. ‘Als je maar goed genoeg kijkt, zie je gewoon wat mensen je wel en niet vertellen’. Deze zienswijze is waarschijnlijk in menselijke relaties erg bruikbaar, maar laat het volledig afweten waar het de studie van intuïtieve vermogens betreft die met het invoelen van situaties of voorwerpen te maken hebben. De non-verbale communicatie van een trouwring of een foto is wel heel beperkt.
Wat is een bruikbare wetenschappelijke verklaring?
Hoe recenter wetenschappelijke ontdekkingen zijn van de diverse functies van het menselijk lichaam, hoe meer zij ons een beeld geven van een ongelooflijk mooi en samenhangend organisme, delicaat aangestuurd door extreem lage concentraties hormonen en neurotransmitters die heel, heel kleine potentiaalverschillen veroorzaken in de lading van de celwand, waardoor heel precies de sturing optreedt die nodig is om het groter geheel perfect te laten werken. Dit beeld van het menselijk lichaam waarvan de diverse functies zéér samenhangend functioneren staat in schril contrast met het mensbeeld dat tot pakweg de jaren ‘70 opgang maakte, waarbij de mens veeleer als een bouwdoos bestudeerd werd met diverse functionele units. Bloedsomloop, beendergestel, spierstelsel, darmstelsel, enz.
Eén van de hamvragen waar celbiologen druk naar zoeken is de manier hoe onze lichaamscellen onderling met elkaar communiceren. En alhoewel de materie veel complexer is dan we hier kunnen behandelen, blijkt dat algemeen gesproken cellen met elkaar informatie uitwisselen door middel van hele kleine potentiaalverschillen, kleine stroomstootjes. Deze potentiaalverschillen veroorzaken een verandering van het elektromagnetische veld van de cellen. Dus, celcommunicatie gebeurt door heel kleine elektromagnetische fenomenen. Ook voor grote celgroepen denkt men dat sterkere elektromagnetische fenomenen een rol spelen, naast de neurotransmitters. Zo zijn hersenonderzoekers er nog niet helemaal uit hoe hersencellen herinneringsmateriaal opslaan. De meest geavanceerde theorieën gaan ervan uit dat hersencellen hun informatie weleens over de volledige hersenschors verdeeld, onder de vorm van een holografisch driedimensionaal elektromagnetisch veld zouden opslaan.
Dit brengt ons bij het belangrijke gegeven dat ons menselijk lichaam ook op macroscopisch niveau aangestuurd wordt door elektrische stroompjes, lees zenuwimpulsen. Denken, handelen, bewegen, kloppen van hart, open en dicht gaan van bloedvaten, al deze functies worden door zenuwimpulsen gestuurd. Deze impulsen worden door geneesheren, ter evaluatie van hun goede functie, gemeten met elektrocardiogram, elektro-encefalogram, electro-myografie, enz. Allemaal toestellen die het elektrische functioneren van het menselijk lichaam evalueren. Deze elektrische stromen veroorzaken vanuit de normale electro-magnetische wetten een zwak, maar meetbaar magnetisch veld rondom ons lichaam. Dit kan met een Gauss-meter gemeten worden. Vooral de zone van het hoofd en het hart vertonen de sterkste magnetische velden. Ze hebben dan ook de sterkste elektrische activiteit door de hersenfunctie en hartfunctie.
Wat heeft dit met intuïtie te maken?
Alles!
Modern onderzoek van onze waarnemingsorganen (zien, horen, voelen, ruiken en smaken) leert ons dat elk van deze organen een subliem systeem is waarmee verscheidene stimuli omgezet worden in een elektromagnetisch signaal. Bijv. licht wordt via de ogen naar een elektrische impuls omgezet, gaat als elektrisch signaal naar de hersenschors waar een holografisch beeld in de hersenschors gevormd wordt. Dit beeld gaat dan via de herinnering die het veroorzaakt de associatie geven tot ‘stoel’. Evenzo zal een geluid, een drukgolf in de lucht, via de trilhaartjes in het slakkenhuis omgezet worden tot een elektrische impuls, gaat dan als elektrisch signaal naar de hersenschors en wordt daar door herinnering als een woord herkend en zal zo betekenis krijgen. Geur wordt als zwevende molecule uit de lucht geplukt en door geurreceptoren in de neus andermaal omgezet tot elektrische impuls en na herkenning in de hersenen gelabeld als aangenaam, onaangenaam, bekend of onbekend. De herinnering die opgewekt wordt door geur is vaak zeer sterk. Smaak gaat evenzo via een omzetting van scheikundige impuls, zout, zoet, bitter en zuur via een elektrisch signaal naar een herkenning als ‘smakelijk, veilig, bedorven, etc.’
‘Waarnemen’ is telkens een omzetten van druk, lichtsterkte, molecules geur of smaak naar een elektrisch fenomeen. Het vervoeren van deze waarnemingsimpuls gebeurt via een elektrisch fenomeen, het herinneren en herkennen van deze waarneming is een electro-magnetisch fenomeen.
Intuïtieve mensen gebruiken hun waarnemingsorganen bewust in twee richtingen.
Als twee personen elkaar ontmoeten, is de ontmoeting niet enkel een lichamelijk zintuiglijke ervaring, de twee elektromagnetische velden die rondom deze mensen hangen ontmoeten elkaar ook. Mensen die zich intuïtief opstellen in een ontmoeting zijn zich goed bewust van dit elektromagnetische aspect van deze ontmoeting. Door de ontmoeting met deze andere persoon, die een geheel eigen elektromagnetisch veld om zijn lichaam meedraagt, wordt het elektromagnetische energieveld van de waarnemer beïnvloed. Net zoals het magnetisch veld van één magneet het magnetische veld van een tweede magneet beïnvloedt. Men noemt dit proces in de studie van het elektromagnetisme ‘inductie’. Dit beïnvloed worden door het ons omringende magnetische veld is het makkelijkst te ervaren in situaties waar iemand je ongezien langs achter nadert. Meestal kan je dit voelen, als de ander je maar dicht genoeg nadert. Het elektromagnetische energieveld van de mens wordt opgebouwd door de elektrische activiteit van hersenactiviteit, hartslag, spierbewegingen en emoties.
Meditatie brengt in dit energieveld een rustige pulsatie; onrust piekeren en heftige emoties, zoals boosheid, veeleer heftige trillingen. Deze rust of onrust in het elektrische functioneren van de hersenen wordt gemeten met een elektro-encefalogram. Zo ziet men in toestanden van diepe meditatie duidelijk andere ritmes en golfvormen dan bij waaktoestand. Het electro-magnetische energieveld als gevolg van deze rustige of onrustige hersenactiviteit wordt in de praktijk gemakkelijk gemeten door middel van Kirlian-fotografie of Korotkov- foto’s.
Als de intuïtieve waarnemer gewoon is om zijn/haar eigen elektromagnetische energieveld goed te observeren en zijn gedachten en emoties tot rust kan laten komen, kan hij/zij door oefening erg gemakkelijk lichte verstoringen in zijn eigen elektromagnetische energieveld opmerken. Deze verstoringen in het eigen elektromagnetische veld geven aanleiding tot het ophalen van herinneringen die wij uit eerdere waarnemingen hebben opgebouwd. De daardoor opgeroepen en tot waarneming geprojecteerde, interne beelden, geuren, geluiden of andere gewaarwordingen worden grotendeels intern opgebouwd door associatie aan eerdere ervaringen.
De intuïtief waargenomen gegevens worden dus uit het eigen arsenaal aan herinneringen door associatie naar voor gehaald. Dit verklaart waarom zelfs de meest getrainde intuïtieve waarnemers er meestal niet toe in staat zijn om gegevens waar te nemen die ze zelf nog nooit eerder bewust hadden waargenomen. Maar als men iets éénmaal heeft ervaren hoe dit als waarnemingsgeheel aanvoelt, zal een ontmoeting met iets die hetzelfde type ‘veld’ vertoont, direct associaties rond dit probleem naar voor brengen.
Afhankelijk of iemand in zijn/haar dagelijks leven vooral visueel georiënteerd is, dan wel auditief, kinesthetisch, gustatief of olfactorisch, zal het intuïtief associatief vermogen zich via dit geheugenkanaal ’t gemakkelijkst manifesteren. Zo zullen diegenen die in het gewone leven vooral visueel waarnemen en onthouden, in hun intuïtieve waarnemingen ook vooral visueel associatief materaal opdiepen. Groeiend met de ervaring van diegene die intuïtief waarneemt zal het naar voor gebrachte associatieve materiaal steeds nauwkeuriger worden.
Kort samengevat
Ieder mens en ieder levend organisme heeft een eigen elektromagnetisch veld rondom zich, als gevolg van alle elektrische processen in het lichaam. Hoewel ieder mens uniek is, produceren wij wel degelijk gelijkaardige elektromagnetische frequenties bij gelijksoortige emoties of problemen en lichamelijke kwalen. Door onze levenservaring hebben wij een goed gestoffeerd ‘electro-magnetisch’ geheugen, dat aangesproken wordt als we contact maken met het electro-magnetische veld van iemand anders via het fenomeen van magnetische inductie. Door oefening leert men deze kleine elektromagnetische verstoringen bewust waar te nemen. En doordat wij ons geheugenmateriaal onder de vorm van elektromagnetische holografische velden opslaan, kunnen wij door associatie dit materiaal reproduceren.
Ons elektromagnetische veld wordt sterker door meditatie, en wel in het bijzonder door bewust goed contact te maken met de grond onder onze voeten. (De aarde is een zéér sterke magneet)
Door onze energiestroming goed te leren waarnemen in ons lichaam worden we meer aandachtig voor kleine verstoringen. En wanneer we een goede emotionele rust ontwikkelen doorheen onze meditatie, krijgen we een soort neutraal ‘ijkpunt’. Met de techniek die men ‘centeren’ noemt, leert men onderscheid te maken tussen ‘wat is mijn energie, en wat is van buiten mij’.
Moeilijker te verklaren ‘intuïtieve processen’
Er zijn vormen van intuïtief waarnemen die betrekking hebben op voorwerpen. Niet zelden ook betreft de intuïtieve waarneming mensen die niet aanwezig zijn, of zelfs niet meer leven. Soms levert de intuïtieve waarneming informatie op over verafgelegen plaatsen. En er zijn – zeldzaam, maar toch voorkomend - mensen die met echt nieuwe informatie op de proppen komen die niet door associatie uit eigen ervaringen is opgebouwd.
Hoe is dit werkingsmechanisme dan te verklaren? Bestaat daarvoor een wetenschappelijk kader? Wat is het mensbeeld dat hierdoor wenkt? Heeft dit invloed op ons wereldbeeld?
Voor deze meer uitgewerkte vormen van intuïtie gebruiken wij graag de term ‘intuïtief bewustzijn’. Daar waar we in het eerste deel van dit artikel genoeg hadden aan het concept electro-magnetisme, inductie en interne herinneringsprojectie van associatieve gegevens om ‘eenvoudige’ vormen van intuïtie te verklaren moeten we voor complexere vormen van intuïtief waarnemen ook complexere verklaringsmodellen hanteren.
Ontwikkelingsproces van intuïtie
We mochten in de loop van de laatste 25 jaar reeds een 10.000 cursisten vormen. Als we de intuïtieve ontwikkeling van een gemiddelde student in de cursus ‘Intuïtieve Ontwikkeling’ goed volgen dan zien we in de loop van de tijd een drietal groeifases.
Fase één:
Eerst is een cursist vooral geïnteresseerd in technieken. Hij wil vaardigheden verwerven, iets kunnen waarnemen, zijn grenzen verleggen. In deze fase zie je mensen in een aha-effect, opgetogen worden over hun vermogen tot meevoelen, invoelen, innerlijk waarnemen van diverse aspecten van de menselijke interactie, die ze voorheen vaak voor onmogelijk hielden.
Ze leren in deze fase toch al eenvoudige energieclusters voelen en waarnemen rond een persoon en tijdens diverse communicatieoefeningen. Het visueel waarnemen van het menselijke emotionele en mentale energieveld, wat klassiek als ‘aura’ wordt omschreven is daar, hoewel spectaculair, slechts een klein deel van. Andere zintuiglijke aspecten van innerlijk waarnemen worden simultaan progressief ontwikkeld.
Fase twee:
Dan zie je mensen zich realiseren dat hun intuïtief waarnemen beter verloopt als ze in een toestand van 'verruimd bewustzijn’ verkeren. Ze leren, stap voor stap, zichzelf in deze toestand van 'verruimd bewustzijn' te brengen. Dit wordt bereikt door oefeningen tot meditatieve rust en tot het ontwikkelen van een harmonisch zelfbeeld. Het corrigeren van negatieve overtuigingen rond bekwaamheden en beperkingen komt als vanzelfsprekend hierbij aansluiten. Deze toestand van verruimd bewustzijn kan je best beschrijven als een 'rustig, genegen, aandacht voor alle aspecten van je omgeving'.
Als gevolg hiervan zie je dat cursisten in een verhoogde gevoeligheid voor het totaal functioneren van de mens komen. Dit behelst niet alleen gedragingen en makkelijk waarneembare aspecten van de omgeving waarin iemand functioneert, maar ze zijn dan ook progressief in staat om vrij complexe psychologische en mentale aspecten rond mensen, en hun interacties, waar te nemen en nauwkeurig te beschrijven. Men wordt in deze toestand van verruimd bewustzijn gevoelig voor emoties en gevoelens die een invloed hebben op de ander. Men wordt zich bewust van mentale vooroordelen of invloeden die uit opvoeding, familiale druk of gewoontevorming ontstaan, etc. Dit laat zich verklaren doordat in deze 'toestand van verruimd bewustzijn' de oriëntatie van de aandacht veeleer gericht is op het begrijpen van de kwaliteit van de totaliteit aan invloeden die rond een persoon of een situatie aanwezig zijn. Dit levert voor de cursist een heel nieuwe vorm van relevante aanvullende informatie op, die hij als een totaalervaring 'intuïtief' waarneemt.
Dit proces is helemaal niet buitengewoon, de oefening en training hier naartoe, meestal wel. Maar de nauwkeurigheid en veelzijdigheid van de extra informatie die beschikbaar wordt via dit proces is meestal zo indrukwekkend dat nogal gemakkelijk naar een exotische uitleg gegrepen wordt om dit fenomeen te verklaren.
Uiteraard stelt zich hier dan de vraag wat de specifieke kenmerken van zo'n toestand van verruimd bewustzijn dan wel zijn. Eigenlijk is het vrij gemakkelijk te omschrijven. Een toestand van verruimd bewustzijn is deze toestand waar enkel 'gewaar zijn' bestaat, en geen oordeel, geen mentale activiteit plaats heeft en geen hinderlijke emotionele filters aanwezig zijn. In deze toestand is het voor ons mogelijk om veel meer zintuiglijke waarnemingen tegelijk te registreren en tot een logisch geheel te laten samenvloeien. In de diverse psychotherapeutische stromingen benoemt men deze 'totaal gewaarwordingen' telkens binnen de context van deze psychotherapeutische richtingen. In de individuele psychotherapie als een 'inzicht', in de gestalttherapie als een 'gestalt', in de systeemtherapie als een systemische 'structuur of patroon'.
In de opleiding psycho-energetica gebruiken wij voor deze 'totaal gewaarwordingen' de term: het waarnemen van de ‘matrix’, verwijzend naar het waarnemen van de diverse verbindingen en beïnvloedende aspecten die rond een situatie aanwezig zijn. Het bereiken van zo'n toestand van verruimd bewustzijn vergt een gedegen maar haalbare inzet en oefentijd.
Fase drie:
Langzaam groeit de cursist naar de derde fase van intuïtief waarnemen, de fase die ik zou omschrijven als een toestand van ‘actief verruimd verbindingsvermogen’. In deze fase aanbeland is de cursist in staat om via het focussen van zijn/haar aandacht niet alleen het bewustzijn te verruimen, maar ook om actief verbinding te leggen met een steeds ruimer aspect van de wereld rondom zich.
Het is in deze fase mogelijk om in een proces van 'gerichte resonantie' te stappen. Resonantie is het proces van 'meetrillen'. We kunnen dit meetrillen vaak observeren als we een glas in de kast zien dansen als een vrachtwagen voorbijkomt in de straat, terwijl de andere glazen schijnbaar onaangeroerd blijven staan. Dit ene glas is gaan meetrillen omdat de eigen-frequentie van dat glas overeenkwam met de trilling opgewekt door de voorbijrijdende vrachtwagen. In dit geval echter laat de cursist zich niet op sleeptouw nemen door de gebeurtenissen rondom zich, zoals het glas dat willoos meetrilt met de toevallige gebeurtenis van de passerende vrachtwagen. Neen, in een zelfgekozen focus kiest de waarnemer datgene waarmee hij in resonantie wenst te gaan. Door deze resonantie op te bouwen ontstaat heel snel een diep doorvoeld 'rapport'. Dit wordt meestal ervaren als 'in verbinding zijn', een goede 'hartsverbinding' hebben, genegen worden of meevoelen.
In deze uitdrukkingen gebruiken we de term 'hartsverbinding' niet alleen om op beeldende wijze uit te drukken dat deze verbinding warm en genegen is. Maar ook om de actieve werking en controle van de functie van het hart aan te stippen. Het hart, als sterkst bezenuwd orgaan, is bij uitstek geschikt bij het tot stand brengen van deze elektromagnetische resonantie. Meer nog, een goede afstemming bij middel van het richten van de hartsenergie is hierbij essentieel. Men ziet namelijk bij mensen die bewust afstemmen op het energieveld van iemand anders, met het doel om zich via deze resonantie intuïtief te verruimen, dat de hartfrequentie van de waarnemer zich in eerste instantie aanpast naar die van de ander. Na verloop van tijd, als de resonantie zich goed ontplooit, ontwikkelen ze beiden een coherent ritme.
Coherentie wordt gedefinieerd als twee ritmes die versterkend zijn, als men ze met elkaar laat samenvallen. In termen van geluidsgolven zou men zeggen dat de frequenties samen een harmonisch interval hebben. Als dit resonantiefenomeen zich nu tijdens deze verbonden ontmoeting uitbreidt, steeds verder en ruimer, naar alle verbonden fenomenen die mee in beschouwing genomen worden, zal de waarnemer in zijn/haar proces van verruimd bewustzijn steeds meer superposities van harmonische resonantie fenomenen ontwikkelen.
Het is in deze toestand van ‘actief verruimde verbinding’ dat we mensen intuïtieve informatie zien verwerven over, in tijd en ruimte, verafgelegen situaties die slechts een gering verband vertonen met de persoon die de vraag stelt, of relevante uitspraken horen doen over voorwerpen, hun geschiedenis of hun bezitter, zelfs als niemand daarbij aanwezig is.
Hoe kan zoiets nu?
De inzichten van Einstein leren ons dat ons universum niet bestaat uit een nu, een verleden dat onherroepelijk voorbij is en een toekomst die nog moet komen en dus onbekend is, maar wel dat er een continue tijdruimte bestaat, waar alle fenomenen met elkaar verbonden zijn, doorheen tijd en ruimte. Alle fenomenen die zich voordoen aan de lichtsnelheid hebben een dermate effect op deze tijdruimte dat zij de tijdruimte als het ware naar elkaar toe trekken. Voor electro- magnetische golven, die zich verplaatsen aan lichtsnelheid zijn begrippen als afstand en tijd op deze wijze erg relatief.
Anderzijds leren we uit de kwantummechanica en haar studie van elektronen, atomen en hun samenstellende deeltjes, dat deze heel kleine materiedeeltjes, ofwel als kleine partikels kunnen beschouwd en gemeten worden, ofwel als zich voortbewegende golven. Dit dualiteitsprincipe is beschreven door Shrödinger. Heel ongewoon hierbij is de ontdekking dat het bewustzijn van de onderzoeker bepaalt of een elementair deeltje zich als deeltje dan wel als golf gedraagt.
In de ontwikkeling van de fundamentele fysica die na de tweede wereldoorlog in grote versnelling is geraakt zien we steeds complexere verklaringsmodellen opduiken in een poging om een theorie te ontwikkelen die alle fenomenen uit de klassieke newtoniaanse fysica met de vindingen uit de kwantummechanica en de ontdekkingen uit de astrofysica kan verenigen en verklaren. In de loop der jaren 80 en 90 is op deze wijze de snaartheorie ontwikkeld die een multidimentionaal wereldbeeld naar voor schuift, waar minstens 10 verschillende dimensies aanwezig moeten zijn, om puur wiskundige reden, om deze snaartheorie te doen kloppen.
Naarmate deze theorieën zich verder verfijnen blijkt dat men niet langer de grofstoffelijke materie als basisstructuur van onze wereld beschouwt, maar wel een 'snaar', een oneindige trilling. Daarbij wordt gesteld dat materie eigenlijk een gecondenseerde vorm van trillende energie is. Het universum is dan niet langer leeg, met rondzwevende hemellichamen, drijvend op de leegte, maar in tegendeel helemaal gevuld met trillende energiedraden, in diverse dichtheden aanwezig. Dit concept is, alhoewel nieuw in de moderne snaartheorieën, lang niet nieuw in de geschiedenis van de mensheid. Al eeuwen spreken geleerden en filosofen over een alles vullende ether, een dragende energie die de bouwstof is van alle leven, en waaruit alles gecondenseerd is. Eén van de meest wezenlijke eigenschappen van deze ether is dat hij alles met alles verbindt, en dat elektromagnetische trillingen er zonder energieverlies doorheen gedragen worden.
Wat heeft dit nu met intuïtieve waarnemingen te maken?
We zien bij mensen in een toestand van 'actief verruimde verbinding' dat zij niet alleen een coherentie kunnen ontwikkelen met het hartritme van iemand anders, maar dat zij ook, en vooral, een coherentie ontwikkelen tussen hun eigen hart en hersenen. Door het simultaan meten van de hartfrequentie en de golffrequentie in het electro-encefalogram tijdens afstemmingsoefeningen ontdekte men dat er een zéér intense hart-hoofd coherentie ontstaat tijdens deze toestanden van verruimd bewustzijn. Mensen in meditatie, of in een toestand van getrainde verbindingsoefeningen of waarnemingsoefeningen ontwikkelen een zeer krachtig, coherent, electro-magnetisch veld dat als typisch kenmerk heeft dat de golven opgewekt door hart en hersenen een elkaar versterkend effect hebben. Dit simultaan pulseren door hart en hersenen geeft als effect dat wat in de focus van de aandacht in resonantie gebracht wordt, ook door de hersenen in waarneming gebracht wordt.
Op deze manier kunnen hart en hersenen tijdens zo'n verbindingsoefening als zender en ontvanger functioneren bij deze gerichte electro-magnetische resonantieverbinding. De ethersubstantie, een zee van trillende snaren, die als eigenschap heeft om alles met alles in het hele universum met elkaar te verbinden, is hier het dragende substraat om de resonantie mee op te bouwen. Ongeacht hoever waarnemer en waargenomene zich in tijd en ruimte van elkaar bevinden.
Electro-magnetische golven verplaatsen zich aan snelheden gelijk aan de lichtsnelheid. Electro-magnetische resonantiefenomenen evenzeer. Vandaar dat tijd en afstand in wezen geen grote rol speelt in dit soort waarnemingen.
Veel belangrijker is het of de waarnemer in staat is om iets van affiniteit op te bouwen met het voorwerp, de plaats of de persoon met wie hij in een toestand van actieve verruimde verbinding gaat. Ook voor waarnemingen die een zeer exotisch karakter hebben, zoals waarnemingen die betrekking hebben op overledenen, of waarnemingen die betrekking hebben op antieke voorwerpen en zo verhalen opleveren die uit lang vervlogen tijden stammen, is dit resonantie fenomeen geldig. De waarnemer bouwt via het hart een resonantiefenomeen op met een vaak erg zwakke electro-magnetische drager, zoals een ring of een foto, en gaat dan in de totale electro-magnetische ruimte alle fenomenen waarnemen die door resonantie hierop gaan meetrillen. Ook als deze velden in afgescheiden dimensies meetrillen is de waarneming bij enige training zeer goed mogelijk. Denk hier aan de tien dimensionale wereld uit de modernste snaartheorieën.
Intuïtief waarnemen, ja en dan?
Zo lang men zijn intuïtief waarnemen enkel beschouwt als een techniek, een aardigheidje om je vrienden mee te overklassen, of om een tendens in de toekomst aan te geven, blijven mensen woelen in de paradox van hun Newtoniaans denken. Alle waarnemingen zijn vanuit ons Newtoniaans denken overdonderend, bevreemdend en - gelukkig - toch niet echt au sérieus te nemen. Dit is een fase waar alle cursisten doorheen gaan tijdens hun ontwikkeling.
Dit Newtoniaanse denkmodel verandert slechts heel langzaam, terwijl ze hun vaardigheid aan het verwerven zijn die zijn verklaring en nut vindt in de modernste kwantummodellen van ons bestaan.
In de modernste kwantuminzichten begint men langzaam open te staan voor het feit dat de invloed van het bewustzijn veel groter is op ons dagelijkse bestaan dan wij ooit aangenomen hebben. Daarenboven is de laatste jaren door middel van diverse intentie experimenten ten overvloede aangetoond dat de invloed van het actieve bewustzijn niet enkel op microscopisch kwantumniveau zijn invloed toont, maar ook een belangrijke rol speelt in de dagdagelijkse wereld om ons heen.
Vandaar dat een progressieve ontwikkeling van de intuïtie niet zozeer technieken en vaardigheden als einddoel poneert, maar veeleer een toestand van verhoogd intuïtief bewustzijn. Deze levenshouding en waarnemingsgewoonte, waarbij men juist betracht op elk moment van de dag in een zo ruim mogelijk ‘bewust zijn’ te leven, heeft als gevolg dat zo iemand het leven eenvoudiger en sneller als vervullend ervaart, omdat hij of zij zich bewust wordt van het feit dat het menselijk bewustzijn ook multidimentionaal gelaagd is. Door dit intuïtief hoger bewustzijn als sturend principe toe te laten in het leven merkt men snel dat er naast een, door Jung beschreven, collectief onderbewustzijn er ook een, weinig beschreven, collectief bovenbewustzijn bestaat. Dit collectief bovenbewustzijn is niet van mentale aard, het is veel omvattender en moeilijk in mentale termen te gieten. Daarom spreekt met ook meestal van ‘supra-mentale’ bewustzijnsvelden, of supra-mentale energie.
Door contact te maken met dit supramentaal bovenbewustzijn worden de diverse facetten van het persoonlijke leven die nog extra aandacht en ondersteuning behoeven snel duidelijk. Een versnelde persoonlijke groei, op een diep wezenlijk niveau, is hier het gevolg van. Vanuit dit collectief bovenbewustzijn kan héél veel inspiratie en verruimde inzichten opgedaan worden, die voorheen onbekend waren. Zo spreekt de mens vanuit dit bewustzijn waarlijk wijze woorden, die vaak een zeer helend karakter hebben, inspirerend voor zichzelf of zijn omgeving. Hij of zij wordt zo steeds meer de actieve creator van zijn leven, is een zegen voor zijn omgeving, straalt van geluk door dit contact met het collectief bovenbewustzijn en creëert al snel zijn natuurlijke plaats in het weefsel van deze nieuwe wereld.
Dr. Jan Raes, psychiater
Voorzitter VZW Timotheus
Lesgever Epeca -Psycho-energetica.
Referenties:
Michael S.Schneider 'Ontdek en creëer het universum'
Lynne McTAggart 'Het veld'
Joseph Chilton Pearce 'The biology of Transcendence'
Rupert Sheldrake 'A new science of life'
Joseph Joworski 'Synchroniciteit'
Ken Wilber 'Integrale psychologie'
Ervin Laszlo 'Kosmische visie'
Dan Winter 'Alfabeth of the earth'
Brian Greene 'De ontrafeling van de kosmos'
Michio Kaku 'Hyperspace'
Amit Goswami 'The visionary window'
Ingo Swann 'remote vieuwing'