Corona tijden vertellen ons één ding: We zijn als samenleving niet klaar met de dood.
Psychiater, filosoof en angstexpert Damiaan Denys merkt in NRC (11/04) op dat onze grootouders totaal anders zouden omgegaan zijn met deze crisis. Ze zouden het - medisch onmachtig - laten passeren, terwijl wij als samenleving vandaag alle hens aan dek roepen.
Ilja Pfeijffer schrijft daarover in de Standaard van 14 april: "Sinds we god, religie en zingeving hebben afgeschaft, staan we als kwetsbare mechaniekjes in de wereld. We zijn gereduceerd tot onze biologie. We offeren het volle leven om het vege lijf te redden, omdat het vege lijf het enige is dat ons nog kenmerkt. Zo hebben we deze gezondheidsdictatuur over onszelf afgeroepen."
Kan de collectieve plotse confrontatie met een levensbedreigend virus voor onze samenleving een kantelmoment betekenen? Komt er ruimte om onszelf ‘fundamentele vragen’ te stellen? Vragen waar eenduidige antwoorden niet eenvoudig zijn of gewoon nooit antwoord krijgen. Wie zijn we? Vanwaar komen we? Waar gaan we naartoe? Wat is leven? Wat is sterven? Wat is bewustwording en bewustzijn? Is er nog leven na de dood of is het de grote leegte? Hoe leven we daarmee in een samenleving waarin diversiteit en pluriformiteit alsmaar meer een plaats krijgt?
In dit kader klagen jonge mensen vaak over een gebrek aan referentiekaders, bakens waaraan ze hun denken en doen kunnen toetsen. Welke antwoorden bieden we hen aan? Welke antwoorden geven ons meer inzicht? Als mensen weten hoe ze moeten omgaan met sterven en doodgaan, dan kunnen ze eigenlijk ook leven. Intens gaan leven en diep gelukkig worden. In onze samenleving is dat vandaag niet gemakkelijk. Misschien omdat we niet klaar zijn met het thema dood.
Waarom geloven in een mogelijk leven na de dood?
Een mogelijkheid is dat een dergelijk geloof of hoop eenvoudig deel uitmaakt van onze neuropsychologische samenstelling, zoals de seksuele driften of het instinct. Een andere mogelijkheid is dat het begrip zo alomtegenwoordig is, dat het voor ons onmogelijk is om de dood anders te bekijken.
Of we kunnen het op een andere manier zien. Zou het niet kunnen dat de kennis van leven na de dood deel van ons uitmaakt, omdat het gewoon de waarheid is? Met andere woorden, net zoals het een biologische reactie is om honger te krijgen, omdat we moeten eten willen we overleven, is het misschien mogelijk dat we geboren zijn met het geloof in een leven na de dood omdat dit onze bestemming is?
Deze vragen dringen zich altijd scherper aan ons op wanneer een geliefd persoon sterft. Ook in deze corona tijden stellen we ons collectief die vragen. Voor we zelf doodgaan, rouwen we vele keren. De manier waarop we om onze dierbaren rouwen, beïnvloedt en weerspiegelt onze houding ten opzichte van leven en dood.
Dood en wetenschap
De persoon die mij inspireerde om wat ik meemaakte goed te begrijpen, is Patrick Drouot. Hij is een Frans fysicus en schrijver van het boek ‘Nous sommes immortels’. Daarin vertelt hij over zijn onderzoek rond de relatie tussen kwantumfysica en bijna dood ervaringen. Boeiend daarbij waren de heel indringende ervaringen die ik bij deze man uit Parijs mocht meemaken. Ze geven me vooral meer inzicht over wat er gebeurt bij de dood. Niet zozeer in een religieuze taal, zoals in de christelijke of Tibetaanse traditie, maar voor de eerste keer in een wetenschappelijke taal. Na een aantal sessies verwees Patrick me door naar het Monroe Instituut in de Verenigde Staten van Amerika. Op een prachtig natuurdomein in Virginia komen daar mensen over de hele wereld samen om gedurende een week of meer veilig en begeleid via zogenaamde holofonische klanken, ervaringen mee te maken in verruimd bewustzijn.
De man die met dit experiment begon, heet Robert Monroe. Monroe was ingenieur en vrijzinnig van achtergrond. Als geen ander kon hij via zijn boeken duizenden mensen in contact brengen met het fenomeen van de dood zonder dat hierbij religieuze taal gebruikt werd. Deze man heeft voor mij een aantal poorten opengezet om ook eens te kijken en te begrijpen wat er gebeurt bij sterven.
Het hele project 'Stevensbegeleiding over de dood heen' dat we via het Timotheus Project/StER biijna 30 jaar geleden lanceerden in Vlaanderen, vindt zijn oorsprong uit dit onderzoek. Vanuit een multidimensionaal mens- en wereldbeeld gaan we met nieuwe ogen kijken naar sterven vanuit de vooronderstelling dat de fysieke werkelijkheid slechts één dimensie is van een veel ruimere werkelijkheid waarin we leven en bestaan. Een multidimensionale visie ziet geboren worden en sterven niet als de uiterste grenzen van ons leven. Het zijn slechts momenten van overgang, waarbij leven en bewustzijn verder bestaan in andere dimensies.
Een project/onderzoeksgroep binnen Timotheus Project/ StER (Sterven, leven en Rouwen)
Binnen het Timotheus Project is er een werkgroep rond rouw- en stervensbegeleiding vanuit multidimensionaal perspectief opgericht in 1992. Deze werkgroep wil het thema rond sterven en rouwen verder uitdiepen en impulsen geven vanuit een multidimensionaal oogpunt bekeken.
Hoe helend is het in een rouwproces om een natuurlijk contact te hebben met degene die is overgegaan? Hoe kijk ik anders aan tegen de dood als ik, op een veilige manier, de eerste fasen na de fysieke dood zelf kan gaan ervaren? Wat gebeurt er daarbij met mijn angsten rond dood en vooral mijn beleving van het leven zelf? Wat kan er therapeutisch gebeuren bij mensen die hun rouwproces problematisch beleven en waarin kan daarin het contact met de overledene bevrijdend en helend zijn?
We nodigen je graag uit op een online causerie met leden van de project/onderzoeksgroep Ster. Zij vertellen graag over hun ervaringen op palliatieve diensten en wat de insteek vanuit 'Stervensbegeleiding over de dood heen' daarin een meerwaarde betekent. Je kan luisteren naar getuigenissen van rouwtherapeuten, verpleegsters en vrijwilligers op palliatieve afdelingen, en hoe mensen uitvaarten verzorgen in deze drukke corona dagen.
1 mei - Causerie rond Stervensbegeleiding over de dood heen